In Nederland gebeuren jaarlijks zo'n 230.000 arbeidsongevallen. Er wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen, in gevaarlijke omstandigheden of je loopt risico door het werken met gevaarlijke machines of elektriciteit.
Als organisatie heb je de taak om goed te zorgen voor je medewerkers. De aanspraak op goed huisvaderschap is vastgelegd en ingebed in de Arbowet in een groot aantal artikelen, besluiten en regels.
De Arbowet schrijft in artikel 5 voor dat elke organisatie de risico’s van de activiteiten van de eigen organisatie in kaart dient te brengen, in te schatten en vast dient te leggen. Deze risico’s zijn input voor het te voeren Arbobeleid, conform artikel 3 van de Arbowet.
Elke werkgever moet namelijk een goed Arbobeleid voeren en de zogeheten ‘bronaanpak’ toepassen. Logischerwijs dienen medewerkers wel geïnstrueerd te zijn over de gevaren en risico’s op de werkplek en over hoe zij met deze gevaren en risico’s dienen om te gaan. Wettelijk is deze plicht voor instructies opgenomen in artikel 8 van de Arbowet.
Uiteraard is de gehele Arbowet, met besluit en regeling belangrijk om invulling aan een goed Arbobeleid te geven, de artikelen 5, 3 en 8 leggen daarvoor de basis.
In het Arbeidsomstandighedenbesluit is dit verder uitgewerkt. In de artikelen 7.6 (Deskundigheid medewerkers) en 7.11a (Voorlichting) staat aangegeven tot welk niveau deskundigheid en voorlichting geborgd dient te zijn.
Jaarlijks vinden in Nederland zo’n 230.000 arbeidsongevallen die zeer ernstig zijn. Het gevolg hiervan is dat medewerkers langdurig verzuimen, blijvend letsel oplopen of overlijden. De werkgever is daarvoor de primair verantwoordelijke. Dus dienen werkgevers maatregelen te nemen om ongevallen te voorkomen.
Hoe beter de medewerkers op de hoogte zijn van de gevaren en risico's, hoe beter ze in staat zijn om de juiste maatregelen te treffen. Des te kleiner is de kans op een ongeluk!
Zorg voor veiligheid en arbeidsomstandigheden is dus van groot belang om ongevallen te voorkomen.
Hoe beter medewerkers op de hoogte zijn van de gevaren en risico’s en hoe beter zij in staat zijn om de juiste maatregelen te treffen, hoe kleiner de kans dat er toch een ongeluk optreedt. Het volgen van goede, relevante en praktijkgerichte opleidingen is daarbij onmisbaar.
Hoe weet je welke opleidingen medewerkers nodig hebben?
Om een goed onderbouwd opleidingsplan te maken, is het belangrijk om de risico’s per functie inzichtelijk te krijgen. Dit kan door middel van een (functie) RI&E of een Taak Risico Analyse. Op het moment dat de risico's duidelijk zijn, kan worden bepaald hoe deze zoveel mogelijk in te perken. Eén van de manieren is de medewerkers goed instrueren over de gevaren en risico’s op de werkplek en hoe zij met deze risico’s en gevaren dienen om te gaan.
De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten, deze zorgplicht staat beschreven in artikel 3 van de Arbowet. Hij voert daartoe een beleid dat gericht is op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden. Hij moet daarin ook de stand van de wetenschap en de professionele dienstverlening betrekken.
De basis van het te voeren beleid moet berusten op een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). De voorwaarden staan in artikel 5 van de Arbowet. De RI&E moet schriftelijk worden vastgelegd en bevat alle risico’s die de arbeid voor de medewerkers met zich mee brengt. Ook worden de gevaren en de risicobeperkende maatregelen benoemd. Belangrijk onderdeel van de RI&E vormt het Plan van Aanpak, hierin wordt aangegeven welke maatregelen zullen worden genomen om de geconstateerde risico’s te verminderen, wie daarvoor verantwoordelijk is en binnen welke termijn deze maatregelen genomen zullen worden.
Met betrekking tot arbeidsmiddelen waarvan het gebruik een specifiek gevaar voor de veiligheid van de werknemers kan opleveren blijft het gebruik voorbehouden aan werknemers die met het gebruik belast zijn. Werknemers die belast zijn met het ombouwen, onderhouden, repareren of reinigen van arbeidsmiddelen als bedoeld in het eerste lid, bezitten daartoe een specifieke deskundigheid en ervaring.
Als werkgever wil je natuurlijk dat een cursus goed aansluit bij de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden. Bij AAB kun je zelf invulling geven aan de cursus. Erg belangrijk is het dat de opleidingsbehoefte goed geïnventariseerd en beschreven wordt. Hieruit kan blijken dat een bepaalde training vaker, of juist minder vaak herhaald moet worden. Hier kun je als werkgever zelf in meebeslissen en doordat het wordt vastgelegd is dit onderbouwd voor de ARBO wet.
Een goed opleidingsplan samenstellen gebeurd dus niet vanzelf. Geen enkele cursus is hetzelfde. AAB zorgt ervoor dat voor iedere organisatie het basisprogramma van een cursus, opleiding of training specifiek wordt aangevuld met voorbeelden en cases. De medewerker volgt de training met herkenbare voorbeelden, waardoor een optimaal resultaat wordt bereikt.
AAB biedt cursussen, trainingen en opleidingen aan die organisaties helpen risico’s goed in te schatten en daarmee te voldoen aan de ARBO wet. Heb jij hulp nodig bij het opstellen van een goed opleidingsplan? Neem dan contact met ons op via info@aabgroep.nl of 0341-499744.