Verkeersregelaar
Zelfstandig optreden als beroepsverkeersregelaar
AAB Training en Opleiding wordt Kader Academy B.V.
Zelfstandig optreden als beroepsverkeersregelaar
Sinds de wijziging van artikel 82 van het RVV 1990 heeft de verkeersregelaar een officiële status. De aanwijzingen van deze bevoegde verkeersregelaar zijn bindend voor alle weggebruikers. Uniforme aanwijzingen zoals stop- en doorrijdtekens moeten kunnen worden gegeven. De politie blijft belast met het toezicht van deze verkeersregelaars. De aanstelling van de plaatselijke verkeersregelaar is voorbehouden aan de burgemeester.
Een aanstelling tot landelijk verkeersregelaar behoort tot de mogelijkheden via het Verkeerscentrum Nederland (VCNL van Rijkswaterstaat). De opleiding en het examen zijn hetzelfde. De landelijke aanstellingspas wordt dan verstrekt door de minister van Verkeer en Waterstaat.
Krijg je tijdens je werkzaamheden te maken met het regelen van verkeer op de openbare weg, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden, evenementen, etc. Dan is deze cursus iets voor jou.
Er is geen specifieke vooropleiding vereist. Het opleidingsniveau wordt ingeschaald op MBO2 niveau.
Tijdens de cursus verkeersregelaar word je geschoold om zelfstandig op te treden als beroepsverkeersregelaar. Je wordt volledig voorbereid op het examen en getraind op het vaardig en veilig regelen van verkeer.
Na het met succes behalen van het praktijkexamen mag jij de weg op als verkeersregelaar.
Vraag voor meer informatie een offerte bij ons op of neem contact met ons op via info@aabgroep.nl of 0341-499744.
Tijdens de theorie leer je wat een aanstelling als beroepsmatige verkeersregelaar inhoudt en welke verantwoording je draagt ten opzichte van het overige verkeer. Je leert de theorie over verkeersinzichtelijk en dynamisch verkeer regelen.
De theorie bestaat uit de volgende onderdelen:
Tijdens de praktijk leer je de verkeersstromen op de juiste wijze te begeleiden. Er wordt gestart met het geven van een stopteken, waarna het steeds een graadje moeilijker wordt, totdat je uiteindelijk zelfstandig het verkeer kunt regelen op een kruising met 4 uitvalswegen, een Verkeersregelinstallatie (VRI), omliggende fietspaden en wellicht ook nog met meerdere voorsorteervakken.
De praktijk bestaat uit de volgende onderdelen:
Herhaling: Ben je niet op zoek naar de volledige opleiding beroepsverkeersregelaar, maar moet je een herhalingstraining volgen? Kijk bij de cursus verkeersregelaar herhaling voor meer informatie.
E-learning: Wil je de theorie zelf leren, thuis of op je werk, met een e-learning; kijk dan eens bij de cursus verkeersregelaar - e-learning. Je leert de theorie met een e-learning en sluit af met 2 dagen praktijktraining en examen.
Cursus incidentmanagement: Het is niet altijd direct nodig om een verkeersregelaarscertificaat in bezit te hebben. In sommige situaties volstaat het als je een cursus incidentmanagement hebt gevolgd.
Aantal deelnemers: maximaal 8 personen per groep.
Cursusduur: De cursus Verkeersregelaar bestaat uit 1 dag theorie en 2 dagen praktijk. De theoriecursus wordt klassikaal verzorgd in een ruime cursusruimte. De praktijkcursus wordt verzorgd op de openbare weg.
Incompany of open inschrijving: De Cursus Verkeersregelaar staat regelmatig gepland via open inschrijving. Ieder individuele deelnemers kan hiervoor worden ingeschreven.
Zijn er meerdere kandidaten voor de opleiding, neemt dan contact op met onze opleidingsadviseur voor meer informatie over de incompany mogelijkheden en de daarbij horende tarieven.
Theorie en praktijkexamen verkeersregelaar
Het betreft een Staatsexamen. Het theoriegedeelte wordt afgesloten met een schriftelijk examen. Aan het einde van de tweede praktijkdag wordt het praktijkexamen afgenomen. Tijdens dit examen sta je op een grote kruising en moet je zelfstandig het verkeer regelen. Het praktische gedeelte met een praktijkexamen duurt 15 minuten per persoon. De examens worden afgenomen door gedelegeerden van de Nederlandse Politie Academie.
Het theorie-examen wordt aan het einde van de theoriecursus afgenomen en bestaat uit meerkeuzevragen.
Herkansing is mogelijk nadat een nieuw examen is aangevraagd.
Het officiële examen kost: €179,99 per persoon.
Na de met succes afgelegde examens en de administratieve afwikkeling door de Stichting Verkeersregelaars Nederland kan de deelnemer, binnen zes maanden na deelname aan de training, een aanstellingspas aanvragen.
Als je het examen met succes hebt afgerond, ontvang je van ons een certificaat en een waarmerk code waaruit blijkt dat je de cursus met succes hebt afgerond. Deze code heb je onder andere nodig bij het aanvragen van de aanstellingspas.
De geldigheidsduur van de aanstelling is vastgesteld op vijf jaar.
AAB begrijpt wat er bij jou in het werkveld gebeurd. Onze docenten komen daar namelijk vandaan. De issues waar je mee te maken krijgt, vragen die deelnemers hebben over de aanpak of over veiligheidsregels; onze docenten hebben het bij de hand gehad. Hierdoor leer je niet alleen vanuit de theorie, maar put je uit een diepe bron van kennis én ervaring.
AAB neemt de tijd voor jou. Bij een incompany neemt de adviseur van AAB vooraf contact met je op om de wensen en behoeften door te nemen. We stemmen af welke docent het beste bij de opdracht en de organisatie past. Vervolgens spreek je de docent om alvast kennis te maken en specifieke zaken door te nemen. Denk bijvoorbeeld aan leerdoelen opstellen en praktijksituaties doornemen.
Wat mag je van onze docenten verwachten:
5 maart 2021 | Adviseur Jules Neven van Kader neemt je in dit artikel mee in de vergelijking van VCA certificering en ISO 45001. Beide normen richten zich op het verminderen van risico’s op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk. Voor een deel overlappen de normen elkaar. Denk aan het opstellen van beleid, het uitvoeren van interne audits, het opzetten van een communicatiestructuur en het beoordelen van de werking van het systeem door de directie. Maar er zijn ook verschillen.
Verschillen die ook gevolgen hebben voor welke keuzes jij kunt maken op het gebied van (verplichte) cursussen en trainingen.
We diepen de verschillen uit en lichten je de gevolgen voor je opleidingskeuzes toe. We beginnen met een korte uitleg. Wat houdt het VCA systeem in en wat is het ISO 45001 managementsysteem? Vervolgens eindigen we met 7 kenmerken van ISO 45001 die VCA niet of anders heeft. En 7 kenmerken die VCA wel heeft maar ISO 45001 niet of anders heeft. Zo kun jij uiteindelijk een goede afweging maken.
VCA is in Nederland al 25 jaar de standaard in veilig, gezond en duurzaam werken. De checklist is voortgekomen uit en in eerste instantie ontwikkeld door de (petro) chemische industrie en gebaseerd op best practises. Inmiddels zijn veel meer branches betrokken bij VCA en wordt het schema breed toegepast. VCA onderscheidt drie niveaus:
In april 2018 is de nieuwe VCA checklist in gebruik genomen. Veiligheid wordt nog meer centraal gesteld. Het zorgt voor meer duidelijkheid en betrouwbaarheid omdat er nu één schema is voor Nederland en België. In de nieuwe norm is terug gegaan naar de basis: beheersing van risico’s. Er is meer oog voor de praktijk op de werkvloer, het veiligheidsbewustzijn en veiligheidsgedrag zijn belangrijker en er is meer duidelijkheid voor de keten.
Belangrijke aandachtspunten voor de VCA:
Bij VCA ligt de focus op “hoe” je veiligheid, gezondheid en milieu op de werkvloer moet regelen.
Het is een praktisch ingerichte checklist, bedoeld om de systemen van opdrachtgevers en aannemers zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten.
Voor opdrachtgevers is het direct duidelijk wat een bedrijf op de werkvloer minimaal heeft geregeld.
Er is minder vrijheid om zelf middelen te kiezen om de veiligheid, gezondheid en milieu op de werkvloer te regelen.
ISO 45001:2018, de vervanger van OHSAS 18001, is een internationale norm voor managementsystemen voor gezond en veilig werken (G&VW). De norm is ontwikkeld door een breed samengestelde internationale normcommissie. De norm is opgebouwd volgens de zogenaamde ISO High Level Structure (HLS) die wordt toegepast voor alle ISO managementsysteemnormen. Dit betekent dat ISO 45001 dezelfde hoofdstuk en paragraaf indeling heeft als ISO 9001(Kwaliteitsmanagement) en ISO 14001 (Milieumanagement). Ook is de basistekst van deze normen gelijk.
Belangrijke aandachtspunten voor de ISO 45001:
De focus van de ISO 45001 ligt bij het in staat stellen van organisaties om een veilige en gezonde werkplek te realiseren. Om werk gerelateerd letsel en gezondheidsproblemen te voorkomen en G&VW (gezondheid en veilig werken) prestaties continu te verbeteren. Hoe doe je dat met het ISO 45001 managementsysteem?
Bij ISO 45001 ligt de focus meer op “wat” je moet regelen.
Er worden gedetailleerde eisen gesteld aan de verschillende onderdelen van het managementsysteem, maar organisaties kunnen zelf kiezen welke middelen worden ingezet om daar invulling aan te geven.
Er zijn veel meer mogelijkheden om een veilige en gezonde werkplek te realiseren, met de medewerkers centraal gesteld.
Er komt meer bij kijken omdat je als organisatie verplicht bent om op zowel beleidsmatig (strategisch) als operationeel niveau een complete verbetercyclus (plan-do-check-act) te doorlopen. De continue verbetering van de prestaties moet worden gedocumenteerd.
Als je de ISO 45001 met VCA gaat vergelijken, dan zijn er 7 onderscheidende kenmerken die de ISO 45001 wel hanteert en VCA niet. In het kort lichten we ze je toe:
Kenmerk | ISO 45001 | VCA |
Context- en stakeholderanalyse | De belangrijkste punten/ ontwikkelingen die van belang zijn om doelstellingen te halen die zijn geteld voor gezond en veiligheid werken moeten worden vastgelegd. | NVT |
Toepassingsgebied | Alle activiteiten, producten en diensten die het bedrijf kan beheersen of beïnvloeden moeten worden vastgelegd in het managementsysteem. | Je kan je eigen kantoren en werkplaatsen meenemen in de scope, maar dit is niet verplicht |
Consultatie en participatie medewerkers | Processen moeten worden ingericht voor de consultatie en participatie van medewerkers. Niet alleen op de werkvloer, maar ook op strategisch niveau. Medewerkers denken dus mee over hoe gevaren te identificeren en het nemen van maatregelen. | Het is niet verplicht medewerkers te laten deelnemen. |
Acties | Risico’s en kansen moeten worden vastgelegd. Er moet breder worden gekeken dan de gebruikelijke RI&E. | Met behulp van de RI&E worden risico’s periodiek vastgesteld en geëvalueerd. |
Wettelijke/ andere eisen | Er moet een proces zijn voor het vaststellen en actueel houden van de wettelijke en andere eisen die van toepassing zijn op veiligheid en gezondheid. Dit moet worden gedocumenteerd. | NVT |
Communicatie | Er moet worden bepaald wat, naar wie, hoe en wanneer wordt gecommuniceerd. Als organisatie moet je ervoor zorgen dat de gecommuniceerde informatie betrouwbaar is. | Er moet een communicatie- en overlegstructuur worden ingericht. Ook worden eisen gesteld aan de communicatie met opdrachtgever, onderaannemers en tijdelijke medewerkers. |
Compliance | Je erkend dat je voldoet aan de wettelijke en andere eisen. Dit moet door de organisatie zelf worden gecontroleerd en de status bijgehouden. | Bij VCA audits leiden tekortkomingen op het gebied van wet- en regelgeving op de werkvloer tot een afwijking. De status onderhouden is niet verplicht. |
Maar andersom heeft VCA natuurlijk ook voordelen en aanvullingen die in de ISO 45001 worden gemist.
7 onderscheidende kenmerken die VCA wel heeft en ISO 45001 niet, of op een andere manier invulling geeft.
Kenmerk | VCA | ISO 45001 |
Taak Risico Analyse | Bedrijven moeten gebruik maken van een Taak Risico Analyse om Veiligheid-, Gezondheid- en Milieu risico’s (VGM) in kaart te brengen en te beheersen. | Je moet gevaren en risico’s in kaart brengen in verschillende situaties waarbij ook medewerkers betrokken raken. Daarnaast moeten medewerkers bewust worden gemaakt van gevaren, risico’s en beheersmaatregelen. Het begrip TRA kent ISO 45001, maar het kan er wel voor worden gebruikt. |
Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) | Vlak voordat werkzaamheden worden gestart moeten medewerkers er zeker van zijn dat alle risico’s bekend zijn en er voldoende maatregelen zijn genomen. Hiervoor gebruik je de LMRA. | Hetzelfde als voor de TRA geldt ook voor de LMRA. |
B-VCA en VOL-VCA | Alle operationele medewerkers en operationele leidinggevenden moeten door middel van het diploma VCA Basisveiligheid of het VCA VOL diploma aantonen dat ze over voldoende VGM-basiskennis beschikken. | Het is vereist dat eerst de benodigde competenties voor alle medewerkers worden geïdentificeerd en vervolgens wordt gezorgd dat zij daarover beschikken. Er worden geen specifieke diploma’s geëist, maar deze kunnen wel als middel worden ingezet. Een goed alternatief voor VCA: Basisveiligheid Openbare Ruimte |
Kennis en kunde risicovolle taken | Geborgd moet worden dat voldaan wordt aan specifieke opleidings- en ervaringseisen voor specifieke taken. | Zie toelichting VCA en VOL VCA. Is het een eis vanuit de opdrachtgever? Dan kan dit worden geborgd via het voldoen aan wettelijke- en andere eisen. |
Toolbox-meetings | Bedrijven moeten fysieke contactmomenten organiseren om VGM-onderwerpen te bespreken. | Er zijn geen specifieke eisen. Toolbox-meetings kunnen wel als middel worden ingezet. |
Werkplekinspecties | Om een veilige werkomgeving in stand te houden of te bevorderen worden door operationele leidinggevenden (medewerkers) werkplekinspecties uitgevoerd. Hierbij wordt gekeken naar afwijkingen en naar positieve bevindingen. | Periodieke werkplekinspecties worden niet geëist. Wel wordt door middel van monitoring en metingen beoordeeld of de processen beheerst verlopen. De directie moet voor een cultuur zorgen die gezond en veilig werken ondersteund. Werplekinspecties kunnen als middel worden ingezet. |
Jaarlijkse keuring arbeidsmiddelen | Een keer per jaar moeten arbeidsmiddelen en Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM’s) worden gekeurd. De keuringsvervaldatum moet worden vermeld op de betreffende middelen. | Er is geen expliciete eis ten aanzien van jaarlijkse keuringen en aantoonbaarheid keuringsvervaldatum. Er moet wel worden voldaan aan de wet- en regelgeving waarbinnen ook keuring en onderhoud van PBM’s is geregeld. |
Houd bij het maken van een keuze tussen de normen rekening met de eisen van opdrachtgevers en met onderstaande:
Bij VCA ligt de focus op ‘’HOE’’ je veiligheid, gezondheid en milieu (VGM) op de werkvloer moet regelen. VCA is praktisch ingericht.
VCA is in beginsel bedoeld om de systemen van opdrachtgevers en aannemers zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten. Er is dan ook meer aandacht voor de inzet van concrete hulpmiddelen. Voor opdrachtgevers is hierdoor duidelijk wat een bedrijf op de werkvloer minimaal heeft geregeld. Bedrijven hebben, in tegenstelling tot ISO 45001, minder vrijheid om zelf hun middelen te kiezen.
Bij ISO 45001 ligt de focus meer op ‘’WAT” je moet regelen: gedetailleerde eisen worden gesteld aan de verschillende onderdelen van het managementsysteem voor gezond en veilig werken (G&VW). Organisaties kunnen vervolgens zelf kiezen welke middelen worden ingezet om daar invulling aan te geven. Op basis van ISO 45001 zijn organisaties verplicht om zowel op beleidsmatig (strategisch) als operationeel niveau een complete verbetercyclus (plan do check act) te doorlopen. De continu verbetering van de prestaties moet worden gedocumenteerd.
Je kan ISO 45001 inrichten als een VCA systeem, maar VCA niet als een ISO 45001 systeem. Duidelijk is dat met ISO 45001 een veel grotere bewegingsvrijheid wordt gecreëerd! Daarnaast is ISO 45001 door de opbouw te koppelen aan andere ISO normen, in tegenstelling tot VCA.
Vaak kom je in de organisatie medewerkers tegen die moeite hebben om aan bepaalde verplichtingen vanuit het VCA te voldoen. Het blijkt lastig om een VCA Basis certificaat te halen bijvoorbeeld. Of het is moeilijk om elke keer weer een interessant onderwerp voor de toolboxmeeting te organiseren.
Je ervaart steeds meer weerstand op deze manier van werken. Een uitkomst kan dan de ISO 45001 zijn. Zoals we al aangaven is het mogelijk om ISO 45001 als een VCA in te richten. Maar de eis dat een VCA certificaat gehaald moet worden, of de verplichte toolboxmeeting gegeven moet worden, vervalt.
Het betekent niet dat je daardoor niks doet! Je gaat juist op zoek naar een andere invulling om de veiligheid, gezondheid en het milieu op de werkvloer te verbeteren. Verfrissend, vernieuwend en effectief!
Heb je vragen of wil je meer weten over de verschillende mogelijkheden voor certificering of opleidingen? Kader, bureau voor kwaliteitszorg is gespecialiseerd in het adviseren en begeleiden naar verschillende managementsystemen. AAB Training en Opleiding ondersteunt daarbij door een invulling te geven aan alle praktijkgerichte (verplichte) trainingen en opleidingen. Onze adviseurs helpen je graag verder.
Elk jaar organiseert AAB Training en Opleiding een Kennisbijeenkomst waar onder andere dit soort onderwerpen aan bod komen. In november heeft Jules Neven een webinar gegeven met de vergelijking ISO 45001 en VCA toegelicht. Je kunt het hier terugkijken.
19 februari 2021 | In dit artikel neemt Peter van Gelder je mee van RI&E naar opleidingsplan. Een stukje theorie, maar vooral een praktisch stappenplan. Peter is docent en adviseur (Middelbaar Veiligheidskundige MVK) bij AAB Training en opleiding.
We zetten nog even goed op een rij wat een RI&E precies is en wat de wetgeving hierover zegt. Vervolgens gaan we kijken naar hoe een RI&E tot stand komt. Want wat is nou precies een gevaar? En wat is dan precies een risico? Daarover zijn veel misverstanden.
Je krijgt na het lezen van dit artikel inzicht in het proces van het opzetten van een Functie RI&E en waarom het belangrijk is om dit als input te gebruiken voor het opleidingsplan.
We gaan op zoek naar antwoorden op de vragen:
We beginnen bij het begin: de wetgeving.
In artikel 8 van de Arbowet staat dat de werkgever ervoor moet zorgen dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s, alsmede de maatregelen die erop gericht zijn deze risico’s te voorkomen of te beperken.
De werkgever is dus verplicht om een goede opleiding of instructie te geven, met als doel ongelukken te voorkomen. Hoe de medewerkers geïnstrueerd moeten worden, dat is aan de werkgever zelf. Vaak zie je dan dat er iemand wordt aangesteld om deze taak op zich te nemen. Die persoon moet gaan inventariseren, organiseren en opleidingsplannen gaan maken.
Wat we heel vaak tegenkomen is dat één persoon binnen de organisatie verantwoordelijk wordt gesteld voor de opleidingen. Die heeft prachtige Excelsheets gemaakt, ik noem ze altijd de Excel Ridders. De Excel Ridders weten heel goed hoe ze een Excelsheet moeten opbouwen en hoe ze ermee kunnen werken. Maar wat gebeurt er als deze persoon (onverwachts) uitvalt? Of als het overgedragen moet worden aan een collega? Vaak blijken het dan toch documenten te zijn die voor anderen niet of nauwelijks toegankelijk zijn.
De vraag die je ook kunt stellen: hoe houd ik alles bij? Een Excelsheet ziet er prachtig uit, maar om het bij te houden kost heel veel tijd en energie. Ook is niet altijd duidelijk welke opleiding precies is gevolgd, wanneer een herhaling gevolgd moet worden, etc. Waar haal je de tijd vandaan om alles goed te organiseren? Een uitkomst kan een opleidingsmanagementsysteem zijn.
Op basis van de uitgevoerde RI&E kun je een opleidingsmanagementsysteem inrichten.
Een opleidingsmanagementsysteem:
Vaak worden certificaten gekopieerd of afgegeven, maar in een opleidingsmanagementsysteem wordt dat ook bijgehouden. Nascholing voor code 95, maar ook trainingen die om de zoveel tijd herhaald moeten worden. Denk aan een cursus Gevaarlijke stoffen of Klein Chemisch Afval.
Het woord om het opleidingsmanagementsysteem mee samen te vatten: Efficiency!
Om het nut van een RI&E in combinatie met een opleidingsplan te zien, is het belangrijk te weten wat een Risico Inventarisatie en Evaluatie nou precies is. Het klink altijd heel ingewikkeld, maar als je het gaat ontleden valt het misschien al wel voor je op z’n plek.
In een RI&E worden gevaren en risico’s beschreven waaraan werknemers, maar ook derden worden blootgesteld. Dus ook iedere externe die bij je over de werkvloer komt. Daar ben je als werkgever ook verantwoordelijk voor. Dat kan al een monteur zijn die de koffiemachine komt maken of mensen die onderhoudswerkzaamheden uitvoeren bij jou op het terrein. Iedereen die bij jou over de vloer komt, valt onder jouw verantwoordelijkheid.
De letter E zegt iets over de beoordeling en prioritering van de vastgestelde risico’s. Het moet een objectieve beoordeling zijn. Alleen: objectiviteit is natuurlijk een vaag begrip. Wat ik een groot risico kan vinden, kan iemand anders als een lager risico beoordelen. Daar moeten dus ook normen voor zijn. Daar gaan we verderop nog naar kijken.
Tot slot bestaat de RI&E uit een Plan van Aanpak.
Met een Plan van Aanpak ga je proberen om de risico’s die we hebben geconstateerd ook aan te pakken. Waarbij de bronaanpak de mooiste aanpak is.
Een RI&E is in principe nooit af. Er komen altijd nieuwe processen, er komen nieuwe medewerkers in dienst, er worden nieuwe machines aangeschaft. Kortom; bij belangrijke wijzigingen moet de RI&E worden aangepast.
We gaan wat dieper in op de onderdelen van de RI&E. We beginnen met gevaren en risico’s. Wat is het onderscheid hierin? Ook nadat ik al jarenlang VCA trainingen geef en er veel over lees in literatuur, valt het mij nog steeds op dat de begrippen gevaar en risico door elkaar worden gehaald. Om er duidelijkheid in te scheppen:
Wat is nou precies gevaar? Gevaar is een intrinsieke eigenschap van een situaties, van machines, van stoffen, etc. Het houdt in dat het de potentie heeft om schade of letsel toe te brengen.
Een gevaar is iets wat je niet kan veranderen. Als je kijkt naar elektriciteit: dat is nou eenmaal gevaarlijk. Daar kun je niks aan doen. Je kunt er wel mee omgaan, er verstandig mee omgaan. Maar het gevaar zal altijd aanwezig zijn.
Een risico is de kans dat er iets gebeurt en het effect ervan. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het werken op hoogte, dan kun jij je afvragen hoe groot de kans is dat het mis gaat. Het gevaar is dus het werken op hoogte en het risico dat daarbij hoort, is de kans dat het misgaat, ofwel het vallen.
Het effect als het misgaat kan een bijna ongeval zijn, een ongeval met letsel of zelfs in het aller ergste geval een dodelijk ongeval.
En dan kom je weer terug bij de E van Evaluatie en de objectiviteit van de beoordeling. Want de één zegt bij het werken op hoogte: dat risico is niet zo heel groot. Terwijl je wel kunt zeggen, dat als het misgaat je ook een dodelijk ongeval kunt treffen.
De beoordeling en prioritering van risico’s moet dus objectief gebeuren. Anders zie je dat niet iedereen dezelfde gevaren als even gevaarlijk interpreteert. Je kunt hiervoor verschillende methoden gebruiken. Ik gebruik bijvoorbeeld het risicomodel Kinney & Wiruth. Het helpt je met een objectieve kwantificering op basis van 3 criteria:
Elk risico dat je hebt geconstateerd weeg je af: waarschijnlijkheid x blootstelling x effect
Zo kun je constateren of het een groot risico is of dat het een acceptabel risico is.
In een plan van aanpak beschrijf je vervolgens hoe je de vastgestelde risico’s gaat aanpakken. Daarvoor is de Arbeidshygiënische strategie ontwikkeld.
De Arbeidshygiënische strategie bestaat uit 4 stappen, waarvan de eerste eigenlijk het belangrijkste is:
Als je risico’s binnen je bedrijf hebt die je onacceptabel vindt, dan kun je besluiten om een bronmaatregel te nemen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat die activiteit niet meer wordt uitgevoerd. Denk aan wegafzettingen waarbij je wel eens incidenten hebt meegemaakt, misschien zelfs wel met dodelijke afloop. Dan kun jij je als werkgever afvragen of jij dat soort werkzaamheden überhaupt nog wel wilt doen, of dat je het misschien kunt uitbesteden. Door het uit te besteden pak je het bij de bron aan.
Een collectieve maatregel mag je pas nemen als stap 1 echt niet of slechts voor een deel kan. Bij collectieve maatregelen kun je denken aan maatregelen van technische aard. Als je bijvoorbeeld werkt met gevaarlijke stoffen, waarbij giftige dampen vrijkomen. Dan kan een maatregel zijn dat in de ruimte waarin deze risico’s voorkomen een goede ventilatie wordt aangebracht. Als dat niet mogelijk is, ga je naar stap 3.
Als een collectieve maatregel ook niet tot de nodige verbeteringen kan zorgen, dan kom je bij een individuele maatregel. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het verkorten van werkzaamheden, taakroulaties, zodat medewerkers minder worden blootgesteld aan de gevaarlijke stoffen. Als je medewerkers hebt die met een kettingzaag bomen gaan vellen, wat behoorlijk risicovol werk is, kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om meerdere medewerkers hiervoor op te leiden. De kans dat een medewerker gewond raakt wordt verkleind.
Pas als alle voorgaande maatregelen niet mogelijk zijn, kom je bij de laatste stap. Het toepassen van PBM’s.
Als je naar de 4 stappen kijkt dan kan het dus betekenen dat als medewerkers nu allemaal werkzaamheden langs de weg uitvoeren en hier een opleiding of instructie voor krijgen, dat de werkgever beslist dat de risico’s te groot zijn. Er wordt besloten een bronmaatregel te treffen, ofwel deze activiteit wordt uitbesteed. Hierdoor vervalt de opleidingsbehoefte op dit onderdeel.
En andersom geldt precies hetzelfde. Werkzaamheden die je nu nog niet doet, maar in de toekomst wel wilt gaan oppakken vanwege commercieel belang, moet je meenemen in het plan van aanpak. Ook dit moet vastgelegd worden zodat er een goed opleidingsplan ontstaat.
Er zijn verschillende soorten RI&E’s. Er wordt weleens gedacht dat dit één document is, maar dat is beslist niet zo. We onderscheiden hierin vier soorten:
Wij verdiepen ons in dit artikel op de RI&E op functieniveau.
Een RI&E is een wettelijke verplichting, te lezen in artikel 5 van de Arbowet.
Hierin staat dat de werkgever verplicht is de gevaren, risico’s welke gepaard gaan met het uitvoeren van arbeid, schriftelijk vast te leggen in een RI&E. Ook is de werkgever verplicht om risico beperkende maatregelen te beschrijven, ook voor bijzondere categorieën van werknemers. Als ik bijvoorbeeld medewerkers heb rondlopen van +/- 35 jaar en ik maak regelmatig gebruik van minderjarige stagiairs dan is dat iets wat ik ook in de RI&E moet beschrijven.
Het plan van aanpak maakt deel uit van de RI&E. Zoals ik eerder al aangaf: een RI&E is nooit af. De RI&E wordt zo vaak aangepast als nodig is. Een grijs gebied, want als het een kleine wijziging is hoeft dit niet altijd. Maar als het een substantiële wijziging is moet je dit wel altijd aanpassen.
De RI&E is een wettelijke verplichting sinds 1 januari 1994. Dit geldt voor alle werkgevers, met uitzondering van ZZP’ers.
Bij overheidsbedrijven (gemeentes, scholen etc.) heeft circa 80% een getoetste RI&E. Het gaat goed, zolang het goed gaat. Is er geen RI&E en vindt er een incident plaats, dan is de Inspectie SZW gemachtigd om boetes uit te delen.
Wil je meer weten over de controles van de Inspectie SZW en of je RI&E plichtig bent, dan verwijzen we je naar dit artikel: Meer controle op naleving en preventie | AAB Trainingen (aabgroep.nl)
Marius is de veiligheidsman die iedere 1e donderdag van de maand om 15.30 uur de veiligheidscommissie bij elkaar roept. Dan doen ze een uurtje aan veiligheid (toolbox) en hebben het dan weer gehad voor die maand. Voor de rest van de tijd is veiligheid en gezondheid weer exclusief een taak voor Marius. Alle zaken rond veilig en gezond werken worden dan op Marius afgeschoven. Het zogenoemde Mariuseffect.
In veel bedrijven waar ik kom merk ik dat Veiligheidskundigen, KAM-medewerkers, Arbo-coördinatoren, ed. nog wel eens te ver af staan van het primaire arbeidsproces. Voorkom het Mariuseffect.. Veiligheid moet bij iedereen tussen de oren zitten. Het is dus belangrijk hier navolging aan te geven. Zodat veiligheid bij elke medewerker op nummer 1 staat.
Het uitwerken van een Functie RI&E bestaat uit een aantal stappen.
Formeel kan een functieprofiel er bijvoorbeeld als volgt uit zien. Voor velen van jullie (gemeenten, SW en landscapers) niet een onbekend profiel:
Werkzaamheden die je uitvoert:
Buitendienstmedewerker gemeente
Laten we zeggen dat dit om de buitendienstmedewerker van een gemeente gaat. In de praktijk blijken zijn of haar taken er meer als volgt uit te zien:
Voor alle werkzaamheden die hierboven genoemd zijn kun je een inventarisatie opmaken. Welke gevaren zijn er en wat zijn de risico’s. De inventarisatie kun je opmaken met behulp van het volgende:
Het functieprofiel helpt al om veel risico’s naar boven te krijgen. Daarnaast kun je een werkplekbezoek afleggen waarbij je de specifieke werkplek van de medewerker langs gaat. Een observatieronde is op individueel niveau. Dus je gaat echt kijken of de medewerker zich aan de richtlijnen houdt, of PBM’s (goed) worden gebruikt, etc.
Het is ook goed om interviews met medewerkers en leidinggevenden te houden. Juist hieruit blijkt vaak dat er verschillen zijn tussen de werkzaamheden, beoordelingen en wat er is afgesproken. Een leidinggevende heeft vaak een ander beeld dan hoe het echt in de praktijk gaat.
Incidentregistraties geven inzicht in de gevaren en risico’s die in de praktijk kunnen ontstaan. Uit de inventarisatie blijkt niet altijd dat er risico’s zijn, terwijl een incidentregistratie direct laat zien dat er wel degelijk incidenten zijn geweest. En er dus een risico is. Een ongevallenanalyse is een soortgelijke bron.
Arbocatalogi hebben vaak al heel veel informatie omgezet die je goed kunt gebruiken voor het opstellen van een opleidingsplan. De gevaren en risico’s zijn hierin al goed uitgewerkt.
Wat gaan we beoordelen:
De volgende stap is het invullen van het risicomodel. We hebben de taken vastgelegd, de gevaren die daarbij komen kijken en nu gaan we vaststellen wat de bijbehorende risico’s zijn.
Risico =
Als voorbeeld is onderstaand model ingevuld. Het is maar een heel klein onderdeel van de risico beoordeling, maar het geeft je wel een beeld wat een risicomodel inhoudt. Rood is natuurlijk een groot risico.
Let wel: dit is maar een willekeurig voorbeeld. Het is altijd maatwerk. In samenwerking met de opdrachtgever gaan we kijken wat de werkzaamheden precies zijn, hoe lang mensen worden blootgesteld of hoe lang mensen aan risicovolle taken werken en wat het risico is.
Het plan van aanpak maak je altijd volgens de stappen zoals eerder besproken (bronmaatregel, etc.). Je kunt vervolgens gaan kijken of de bronmaatregel wordt gehanteerd of dat je het op een andere manier gaat oplossen. In het plan van aanpak staat altijd wat de taak is, wat het risico is, wat de maatregel is, wie verantwoordelijk is en wat de streefdatum is.
Het hoeft niet altijd een dik rapport te zijn. Het is voldoende om aan te geven wie, wat en wanneer.
Heb je al deze onderdelen goed in beeld gebracht, dan kun je de RI&E gebruiken als input voor je opleidingsplan. Vanuit de RI&E heb je nu inzicht in:
De uitkomsten van de RI&E vormen de basis om een passende opleidingsbehoefte te kunnen vaststellen wat vervolgens de input is voor een opleidingsmanagementsysteem. Je kunt hieruit halen welke opleidingsbehoefte voortvloeit uit de Functie RI&E, maar ook: welke wensen heeft een medewerker op individueel niveau.
Een medewerker kan bijvoorbeeld heel goed zijn in het verzamelen van gevaarlijke stoffen op een milieustraat. Maar kan dan wel weer moeite hebben met het aanspreken van of communiceren met burgers die langskomen. Een aanvullende individuele aanpak kan dan zijn om een communicatiecursus te volgen.
De laatste stap is het bepalen van de opleidingseisen. Zijn er verplichte nascholingspunten, zijn er verplichte (her) certificeringen? Opleidingseisen kunnen als volgt zijn:
Een opleidingsmanagementsysteem is het eenvoudig beheersen en bewaken van de opleidingsbehoefte en het centraal regelen van het planningsproces van alle opleidingen. Met een opleidingsmanagementsysteem kun je:
AAB Training en Opleiding heeft hier de oplossing voor met het opleidingsmanagementsysteem ‘Wijzer’. Het bewaken, beheren, goedkeuren, herhalen, verplichtingen, etc. Alles zit in dit opleidingsmanagementsysteem.
Het doel is een goede functie RI&E op te zetten, zodat we vervolgens kunnen gaan beoordelen en prioriteren. De maatregelen die we gaan treffen zijn conform de Arbeidshygiënische strategie. Vervolgens komt daar een Plan van Aanpak uit. Vanuit het Plan van Aanpak kunnen we de opleidingsbehoefte en opleidingseisen bepalen. Het opleidingsmanagementsysteem wordt geïmplementeerd.
We hopen dat dit artikel je een heleboel nieuwe inzichten heeft gegeven of je inzichten heeft bevestigd. Wil je meer weten over een opleidingsplan dat is gebaseerd op een Functie RI&E? AAB Training en Opleiding helpt je graag met dit traject. Peter van Gelder komt bij jou in de organisatie de stappen uitvoeren zoals hierboven aangegeven. Met als resultaat: een duurzaam, efficiënt en werkbaar opleidingsplan. Het is altijd een traject dat afgestemd wordt met de opdrachtgever. Een plan waar jullie als organisatie de komende jaren op kunnen bouwen.
Neem contact op met een van onze adviseurs of lees eerst meer over het opleidingsmanagementysteem Wijzer.
In november 2020 heeft Peter een webinar gegeven over het onderwerp Van RI&E naar Opleidingsplan. Het webinar kun je hier terugkijken.
4 januari 2021 | Als organisatie krijg je te maken met verplichte trainingen om de veiligheid van medewerkers te waarborgen. Herhalingstrainingen en trainingen gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker. Een hele uitdaging om alle opleidingen goed in kaart te brengen! Een bijkomende uitdaging is medewerkers te stimuleren om te leren.
Natuurlijk wil je dat mensen zich blijven ontwikkelen: goed voor de zaak, de sfeer en productie. Hoe kan het dat sommige volwassenen geen genoeg kunnen krijgen van het cursusaanbod en sommigen maar moeizaam in beweging komen? En hoe motiveer je mensen om de verplichte cursussen rondom Arbo en veiligheid te volgen? Het managen en organiseren is al een uitdaging op zich. Een mooi startpunt om meer focus aan te brengen op het leren en ontwikkelen is het opstellen van een duurzaam en werkbaar opleidingsplan.
Een opleidingsplan helpt je om inzichtelijk te krijgen waar de noodzaak en behoeften op het gebied van training en opleiding ligt binnen de organisatie. In organisaties waar onder andere met machines en gevaarlijke stoffen wordt gewerkt zijn andere risico's en opleidingsbehoeften dan in een organisatie waar voornamelijk kantoorwerkzaamheden worden verricht.
Een opleidingsplan zorgt voor inzicht en het makkelijk bijhouden van gevolgde en gewenste opleidingen. Met een opleidingsplan zie je geen training over het hoofd en heb je een duidelijke richtlijn.
Een goed opleidingsplan houdt rekening met welke functies er zijn en welke taken worden uitgevoerd. Het bestaat uit verplichte trainingen, wensen van medewerkers, wensen van de leidinggevenden, herhalingsverplichting en opleidingswensen vanuit de organisatie. Kortom, een opleidingsplan helpt om de noodzaak van trainingen aan te tonen en makkelijker te plannen.
Een volledig opleidingsplan komt tot stand en wordt up-to-date gehouden door in gesprek te gaan met P&O, teamleiders, medewerkers en te kijken naar de uitkomsten vanuit de RI&E.
Als je kijkt naar waar een opleidingsplan aan moet voldoen komen in ieder geval de volgende onderdelen aan de orde:
Welke doelstellingen zijn bepaald
Zodra compleet, is het een overzicht waar je elk jaar op terug kunt vallen en makkelijk en snel kunt inzien wie dit jaar welke training gaat volgen. Dé oplossing voor het in kaart brengen van alle (verplichte) trainingen.
Het opstellen van een opleidingsplan en het stimuleren van medewerkers om cursussen te volgen biedt mooie uitkomsten. Het voordeel van een opleidingsplan voor jou en voor de organisatie:
AAB Training en Opleiding is al 30 jaar actief als adviseur bij diverse branches met een oorsprong bij gemeenten en overheidsinstellingen. AAB biedt een totaal pakket aan praktijkgerichte trainingen en opleidingen. Daarbij bieden we het adviestraject 'inventarisatie opleidingsplan' waarin we komen tot een praktisch, werkbaar en duurzaam opleidingsplan voor jouw organisatie.
AAB Training en Opleiding helpt je graag met het opstellen van een duurzaam en werkbaar opleidingsplan door middel van het adviestraject Inventarisatie Opleidingsplan en te ondersteunen met een digitaal opleidingsmanagementsysteem.
Is er een mooi opleidingsplan tot stand gekomen, dan volgt de volgende uitdaging. Hoe kun je alle opleidingen beheren en managen? Met het opleidingsmanagementsysteem 'Wijzer' heb je alle verplichte, herhalingstrainingen en wenselijke trainingen inzichtelijk. Eenvoudig opleidingen plannen en aan te vragen door de medewerkers zelf. Een overzicht waar je nog jarenlang profijt van hebt. Nascholingspunten worden geregistreerd, automatische notatie van (verplichte) herhalingen en zodra medewerkers zich aanmelden voor een cursus kun je daar als HRM of teamleider akkoord op geven.
Je hebt een overzicht van alle trainingen. Het managen en beheren gaat makkelijk. Maar hoe zorg je er vervolgens voor dat medewerkers daadwerkelijk de trainingen gaan volgen? Je krijgt te maken met weerstand in de organisatie. Onwil en medewerkers die het spannend vinden om trainingen te volgen.
AAB biedt diverse ondersteunende workshops en trainingen aan voor HRM, P&O en teamleiders zodat je weerstand kunt omvormen naar bereidheid. Zodanig dat medewerkers er plezier in krijgen om een cursus te volgen. Denk aan de cursus ‘omgaan met weerstand’, ‘stimuleren en motiveren om te leren’ en ‘praktijkbegeleider’.
AAB biedt incompany trainingen en trainingen via de open inschrijving. Het versterken van het veiligheidsbewustzijn staat in onze trainingen centraal. AAB is een totaal aanbieder van trainingen die je nodig hebt op het gebied van veilig werken, communicatie, machine onderhoud, gezondheid, etc. Een incompany training is altijd een op maat gemaakt programma, zodat het direct aansluit op de werkzaamheden en behoeften van jouw medewerkers.
Wil je meer informatie? Neem contact op met één van onze adviseurs. We helpen je graag met het opstellen van een duurzaam én werkbaar opleidingsplan.
3 dagen
€ 574,00 excl. BTW (Excl. examen)
Na deelname aan de cursus ontvangt de cursist een persoonlijk certificaat
Wil je meerdere deelnemers aanmelden?
Vraag dan een incompany offerte aan.
Of schrijf je direct in voor een open inschrijving in de buurt.
Direct inschrijvenMeld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht van de geplande cursussen in jouw branche.
Praktijkgerichte opleidingen op het gebied van Veiligheid, Arbo, Milieu en Kwaliteit. Een breed aanbod en ervaren trainers uit het werkveld.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en wij houden je op de hoogte omtrent ons trainingsaanbod en onze activiteiten.