Er is maar één ding dat belangrijk is: zorgen dat je 's avonds weer veilig thuis komt.
De training KCA depothouder staat in het teken van veiligheid. De risico's op een depot worden vaak onderschat! Je krijgt te maken met gevaarlijke stoffen, drugs afval, asbest, naalden en noem maar op. Ben jij je bewust van wat je inneemt op het depot?
Wie is de doelgroep
Ben jij werkzaam op een Klein Chemisch Afval depot als depothouder of ga je met het inzamelen van Klein Chemisch Afval aan de slag op een depot? Volg dan deze cursus KCA depothouder om meer te weten te komen over hoe hier veilig mee om te gaan volgens de arbo-wet en de wet Milieubeheer.
Wat is het doel
Na de cursus KCA depothouder ben je in staat om het klein chemisch afval op KCA-depots in te zamelen, te sorteren en vervoersklaar te maken. Dit alles doe je volgens de richtlijnen die het ministerie van VROM en de arbeidsinspectie stellen.
Welk resultaat bereik je
Als je de drie dagen van de cursus KCA depothouder hebt gevolgd en de praktijkopdrachten met een goed resultaat hebt afgelegd, ontvang je het certificaat ‘Depothouder Klein Chemisch Afval’.
Klein chemisch afval is huishoudelijk afval waar chemische stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Klein chemisch afval komt voornamelijk van particulieren.
Dag 1
Besef van veiligheid
Dag 2
Wat is KCA
Hoe herken je klein chemisch afval (soorten)
Hoe kun je op het etiket zien wat de gevaren zijn?
Dag 3
Het KCA spel: Oefenen met het sorteren van stoffen
Communicatie
Welke onderwerpen komen aan de orde:
basiskennis Klein Chemisch Afval, PGS15l;
wet- en regelgeving (Arbo-wet, de Wet Milieubeheer);
Risico Inventarisatie & Evaluatie;
gevaarlijke afvalstoffen (herkennen, scheiden, melden en hergebruik);
PGS15;
scheikunde; diverse stoffen, onorganisch en organische chemie;
Ben je geen depothouder, maar werk je wel met KCA dan is de cursus KCA medewerker misschien iets voor jou.
Als vervolg op de KCA depothouder kun je nog verder gaan met de cursus KCA depothouder vervolg. Met deze cursus krijg je meer verdieping door middel van praktijkopdrachten.
Wil je een herhaling volgen? Dan volg je alleen de 2e dag van de cursus KCA depothouder. Bekijk de cursus KCA herhaling.
Praktische informatie
Cursusduur: 3 dagen.
Aantal deelnemers: minimaal 5 personen en maximaal 12 personen
Incompany of open inschrijving: het is mogelijk om deze training incompany te geven. Het voordeel is dat medewerkers samen aan de slag gaan op het eigen depot. Veiligheidsvoorschriften, werkwijzen, PBM's en afvalstromen worden onder de loep genomen. Onze docent heeft vooraf contact, om het programma af te stemmen op de situatie binnen jouw organisatie. Vraag een offerte op voor meer informatie!
Je kunt je ook direct inschrijven voor een open inschrijving bij jou in de buurt. Het voordeel van het volgen van de cursus in een open inschrijving, is dat je ook medewerkers van andere gemeenten en depots leert kennen. Je deelt ervaringen en doet zo meer kennis op! Bekijk de startdata in het cursusmenu of schrijf je direct in.
Certificaat: na deelname aan de cursus KCA depothouder en het positief afsluiten van de praktijkopdrachten, ontvang je een persoonlijk certificaat met een adviesgeldigheidsduur van 3 jaar.
AAB begrijpt wat er bij jou in het werkveld gebeurd. Onze docenten komen daar namelijk vandaan. De issues waar je mee te maken krijgt, vragen die deelnemers hebben over de aanpak of over veiligheidsregels; onze docenten hebben het bij de hand gehad. Hierdoor leer je niet alleen vanuit de theorie, maar put je uit een diepe bron van kennis én ervaring.
AAB neemt de tijd voor jou. Bij een incompany neemt de adviseur van AAB vooraf contact met je op om de wensen en behoeften door te nemen. We stemmen af welke docent het beste bij de opdracht en de organisatie past. Vervolgens spreek je de docent om alvast kennis te maken en specifieke zaken door te nemen. Denk bijvoorbeeld aan leerdoelen opstellen en praktijksituaties doornemen.
Wat mag je van onze docenten verwachten:
Passie voor het vak en plezier in het lesgeven
Vakkundig en praktijkervaring
Betrokken en toegankelijk
Tijd, aandacht en interesse voor jouw organisatie
Week van de Veiligheid voor de Afvalbranche
9 april 2021 | In de week van 31 mei tot en met 4 juni is het de Week van de Veiligheid voor de Afvalbranche. Georganiseerd door de Stichting Arbocatalogus Afvalbranche (StAA).
Wat houdt de Week van de Veiligheid in
Elk jaar organiseert de StAA een week waarin de veiligheid en de gezondheid van de medewerkers in de afvalbranche centraal staat. Bedrijven doen hieraan mee door op één of meerdere dagen extra aandacht te geven aan de afgesproken arboregels.
De arboregels voor iedereen
Het wordt nog weleens vergeten, maar de arboregels gelden niet alleen voor de eigen medewerkers, maar ook voor de leveranciers, inhuurkrachten, bezoekers en klanten. Krijg je 'vreemden' over de vloer? Dan ben jij daar als werkgever ook verantwoordelijk voor. De Week van de Veiligheid is een mooie gelegenheid om ook hen extra bewust te maken van de risico's die bij afvalbeheer aan de orde komen.
Wat kun je als organisatie ondernemen
Je mag zelf bepalen wat voor activiteiten je organiseert zodat het passend is voor jullie organisatie. Het kan van alles zijn als het maar bij de bedrijfscultuur, de eigen risico's, wensen en behoeften past en bij het thema over veilig en gezond werken.
Om erachter te komen wat bij jullie past kun je jezelf een aantal vragen stellen.
Vragen over veiligheid en gezondheid bij afvalbeheer werkzaamheden
Vinden er arbeidsongevallen plaats bij ons op de werkvloer?
Welke maatregelen kunnen we inzetten om de veiligheid te verbeteren?
Waar liggen kansen voor verbetering?
Hoe zit het met de brandveiligheid bij ons op de werkvloer?
Op deze manier kom je er al snel achter waar bij jullie in de organisatie nog wat verbetering te behalen valt. Een mooie manier om tijdens de Week van de Veiligheid extra aandacht te vragen is het organiseren van een workshop, training of een veiligheidsdag voor medewerkers en betrokkenen.
Een workshop, training of veiligheidsdag
In het kader van de Week van de Veiligheid is het een mooie gelegenheid om veiligheidsbewustzijn van medewerkers, uitzendkrachten en/of bezoekers extra onder de aandacht te brengen. Door deze week volledig in het teken van veiligheidsbewustzijn te zetten betrek je medewerkers meer bij de (voorzorgs)maatregelen die genomen worden om risico's te beperken en te voorkomen.
Een workshop, training of veiligheidsdag is bij uitstek de manier om medewerkers meer te betrekken. Ben je op zoek naar een passend traject voor jullie medewerkers? AAB Training en Opleiding helpt je daar graag bij. Op de Week van de Veiligheid pagina nemen we je mee in de mogelijkheden. Of neem gelijk contact op met één van onze adviseur. Samen organiseren we een leuke, unieke dag, waar je medewerkers ook nog iets van opsteken.
Benieuwd welke trainingen we zoal verzorgen voor afvalbeheer? We hebben het zo compleet mogelijk in kaart proberen te brengen onder de branche afvalbeheer.
19 februari 2021 | In dit artikel neemt Peter van Gelder je mee van RI&E naar opleidingsplan. Een stukje theorie, maar vooral een praktisch stappenplan. Peter is docent en adviseur (Middelbaar Veiligheidskundige MVK) bij AAB Training en opleiding.
We zetten nog even goed op een rij wat een RI&E precies is en wat de wetgeving hierover zegt. Vervolgens gaan we kijken naar hoe een RI&E tot stand komt. Want wat is nou precies een gevaar? En wat is dan precies een risico? Daarover zijn veel misverstanden.
Je krijgt na het lezen van dit artikel inzicht in het proces van het opzetten van een Functie RI&E en waarom het belangrijk is om dit als input te gebruiken voor het opleidingsplan.
We gaan op zoek naar antwoorden op de vragen:
Hoe zit het ook al weer met de wetgeving omtrent de RI&E?
Wat is een Functie RI&E en hoe komt het tot stand?
Hoe komt een opleidingsplan tot stand en hoe kun je dit goed managen?
Wat heeft een opleidingsmanagementsysteem voor toegevoegde waarde?
We beginnen bij het begin: de wetgeving.
Wat zegt de wetgeving over het opleiden van medewerkers
In artikel 8 van de Arbowet staat dat de werkgever ervoor moet zorgen dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s, alsmede de maatregelen die erop gericht zijn deze risico’s te voorkomen of te beperken.
De werkgever is dus verplicht om een goede opleiding of instructie te geven, met als doel ongelukken te voorkomen. Hoe de medewerkers geïnstrueerd moeten worden, dat is aan de werkgever zelf. Vaak zie je dan dat er iemand wordt aangesteld om deze taak op zich te nemen. Die persoon moet gaan inventariseren, organiseren en opleidingsplannen gaan maken.
De Excel Ridders
Wat we heel vaak tegenkomen is dat één persoon binnen de organisatie verantwoordelijk wordt gesteld voor de opleidingen. Die heeft prachtige Excelsheets gemaakt, ik noem ze altijd de Excel Ridders. De Excel Ridders weten heel goed hoe ze een Excelsheet moeten opbouwen en hoe ze ermee kunnen werken. Maar wat gebeurt er als deze persoon (onverwachts) uitvalt? Of als het overgedragen moet worden aan een collega? Vaak blijken het dan toch documenten te zijn die voor anderen niet of nauwelijks toegankelijk zijn.
De vraag die je ook kunt stellen: hoe houd ik alles bij? Een Excelsheet ziet er prachtig uit, maar om het bij te houden kost heel veel tijd en energie. Ook is niet altijd duidelijk welke opleiding precies is gevolgd, wanneer een herhaling gevolgd moet worden, etc. Waar haal je de tijd vandaan om alles goed te organiseren? Een uitkomst kan een opleidingsmanagementsysteem zijn.
Het doel van een opleidingsmanagementsysteem
Op basis van de uitgevoerde RI&E kun je een opleidingsmanagementsysteem inrichten.
Een opleidingsmanagementsysteem:
Helpt je om te bepalen welke opleidingen geschikt zijn
Bewaakt en beheert de opleidingsbehoefte
Zorgt ervoor dat je verplichte opleidingen tijdig signaleert
Inzicht hebt in de gerealiseerde opleidingen
Helpt je om de opleidingscycli te bewaken
Gevaren en risico’s
De risicoweging
De prioritering van de risico’s
Plan van Aanpak
Vaak worden certificaten gekopieerd of afgegeven, maar in een opleidingsmanagementsysteem wordt dat ook bijgehouden. Nascholing voor code 95, maar ook trainingen die om de zoveel tijd herhaald moeten worden. Denk aan een cursus Gevaarlijke stoffen of Klein Chemisch Afval.
Het woord om het opleidingsmanagementsysteem mee samen te vatten: Efficiency!
Wat is een Risico- Inventarisatie en Evaluatie?
Om het nut van een RI&E in combinatie met een opleidingsplan te zien, is het belangrijk te weten wat een Risico Inventarisatie en Evaluatie nou precies is. Het klink altijd heel ingewikkeld, maar als je het gaat ontleden valt het misschien al wel voor je op z’n plek.
Risico’s en gevaren
In een RI&E worden gevaren en risico’s beschreven waaraan werknemers, maar ook derden worden blootgesteld. Dus ook iedere externe die bij je over de werkvloer komt. Daar ben je als werkgever ook verantwoordelijk voor. Dat kan al een monteur zijn die de koffiemachine komt maken of mensen die onderhoudswerkzaamheden uitvoeren bij jou op het terrein. Iedereen die bij jou over de vloer komt, valt onder jouw verantwoordelijkheid.
De E van Evalueren
De letter E zegt iets over de beoordeling en prioritering van de vastgestelde risico’s. Het moet een objectieve beoordeling zijn. Alleen: objectiviteit is natuurlijk een vaag begrip. Wat ik een groot risico kan vinden, kan iemand anders als een lager risico beoordelen. Daar moeten dus ook normen voor zijn. Daar gaan we verderop nog naar kijken.
Bron aanpak is de mooiste aanpak
Tot slot bestaat de RI&E uit een Plan van Aanpak.
Met een Plan van Aanpak ga je proberen om de risico’s die we hebben geconstateerd ook aan te pakken. Waarbij de bronaanpak de mooiste aanpak is.
Een RI&E is nooit af
Een RI&E is in principe nooit af. Er komen altijd nieuwe processen, er komen nieuwe medewerkers in dienst, er worden nieuwe machines aangeschaft. Kortom; bij belangrijke wijzigingen moet de RI&E worden aangepast.
Gevaren en risico’s
We gaan wat dieper in op de onderdelen van de RI&E. We beginnen met gevaren en risico’s. Wat is het onderscheid hierin? Ook nadat ik al jarenlang VCA trainingen geef en er veel over lees in literatuur, valt het mij nog steeds op dat de begrippen gevaar en risico door elkaar worden gehaald. Om er duidelijkheid in te scheppen:
Wat is gevaar
Wat is nou precies gevaar? Gevaar is een intrinsieke eigenschap van een situaties, van machines, van stoffen, etc. Het houdt in dat het de potentie heeft om schade of letsel toe te brengen.
Een gevaar is iets wat je niet kan veranderen. Als je kijkt naar elektriciteit: dat is nou eenmaal gevaarlijk. Daar kun je niks aan doen. Je kunt er wel mee omgaan, er verstandig mee omgaan. Maar het gevaar zal altijd aanwezig zijn.
Wat is een risico
Een risico is de kans dat er iets gebeurt en het effect ervan. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het werken op hoogte, dan kun jij je afvragen hoe groot de kans is dat het mis gaat. Het gevaar is dus het werken op hoogte en het risico dat daarbij hoort, is de kans dat het misgaat, ofwel het vallen.
Het effect als het misgaat kan een bijna ongeval zijn, een ongeval met letsel of zelfs in het aller ergste geval een dodelijk ongeval.
En dan kom je weer terug bij de E van Evaluatie en de objectiviteit van de beoordeling. Want de één zegt bij het werken op hoogte: dat risico is niet zo heel groot. Terwijl je wel kunt zeggen, dat als het misgaat je ook een dodelijk ongeval kunt treffen.
Hoe kun je objectief evalueren?
De beoordeling en prioritering van risico’s moet dus objectief gebeuren. Anders zie je dat niet iedereen dezelfde gevaren als even gevaarlijk interpreteert. Je kunt hiervoor verschillende methoden gebruiken. Ik gebruik bijvoorbeeld het risicomodel Kinney & Wiruth. Het helpt je met een objectieve kwantificering op basis van 3 criteria:
Waarschijnlijkheid van het optreden van het risico – is het risicoscenario altijd aanwezig?
Blootstellingsduur – hoe lang wordt je blootgesteld, is het een dag, een uur of.. ?
Effect van het mogelijke letsel – wat zijn de gevolgen als er iets gebeurt, is het kort verzuim of zelfs dodelijke afloop?
Elk risico dat je hebt geconstateerd weeg je af: waarschijnlijkheid x blootstelling x effect
Zo kun je constateren of het een groot risico is of dat het een acceptabel risico is.
Plan van Aanpak: Arbeidshygiënische strategie
In een plan van aanpak beschrijf je vervolgens hoe je de vastgestelde risico’s gaat aanpakken. Daarvoor is de Arbeidshygiënische strategie ontwikkeld.
De Arbeidshygiënische strategie bestaat uit 4 stappen, waarvan de eerste eigenlijk het belangrijkste is:
Bronmaatregelen
Collectieve maatregelen
Individuele maatregelen
PBM’s
Bronmaatregel
Als je risico’s binnen je bedrijf hebt die je onacceptabel vindt, dan kun je besluiten om een bronmaatregel te nemen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat die activiteit niet meer wordt uitgevoerd. Denk aan wegafzettingen waarbij je wel eens incidenten hebt meegemaakt, misschien zelfs wel met dodelijke afloop. Dan kun jij je als werkgever afvragen of jij dat soort werkzaamheden überhaupt nog wel wilt doen, of dat je het misschien kunt uitbesteden. Door het uit te besteden pak je het bij de bron aan.
Collectieve maatregel
Een collectieve maatregel mag je pas nemen als stap 1 echt niet of slechts voor een deel kan. Bij collectieve maatregelen kun je denken aan maatregelen van technische aard. Als je bijvoorbeeld werkt met gevaarlijke stoffen, waarbij giftige dampen vrijkomen. Dan kan een maatregel zijn dat in de ruimte waarin deze risico’s voorkomen een goede ventilatie wordt aangebracht. Als dat niet mogelijk is, ga je naar stap 3.
Individuele maatregel
Als een collectieve maatregel ook niet tot de nodige verbeteringen kan zorgen, dan kom je bij een individuele maatregel. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het verkorten van werkzaamheden, taakroulaties, zodat medewerkers minder worden blootgesteld aan de gevaarlijke stoffen. Als je medewerkers hebt die met een kettingzaag bomen gaan vellen, wat behoorlijk risicovol werk is, kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om meerdere medewerkers hiervoor op te leiden. De kans dat een medewerker gewond raakt wordt verkleind.
Toepassen van PBM’s
Pas als alle voorgaande maatregelen niet mogelijk zijn, kom je bij de laatste stap. Het toepassen van PBM’s.
Als je naar de 4 stappen kijkt dan kan het dus betekenen dat als medewerkers nu allemaal werkzaamheden langs de weg uitvoeren en hier een opleiding of instructie voor krijgen, dat de werkgever beslist dat de risico’s te groot zijn. Er wordt besloten een bronmaatregel te treffen, ofwel deze activiteit wordt uitbesteed. Hierdoor vervalt de opleidingsbehoefte op dit onderdeel.
En andersom geldt precies hetzelfde. Werkzaamheden die je nu nog niet doet, maar in de toekomst wel wilt gaan oppakken vanwege commercieel belang, moet je meenemen in het plan van aanpak. Ook dit moet vastgelegd worden zodat er een goed opleidingsplan ontstaat.
Verschillende soorten RI&E’s
Er zijn verschillende soorten RI&E’s. Er wordt weleens gedacht dat dit één document is, maar dat is beslist niet zo. We onderscheiden hierin vier soorten:
RI&E op bedrijfsniveau
RI&E op procesniveau
RI&E op functieniveau
RI&E op projectbasis (V&G plan)
Wij verdiepen ons in dit artikel op de RI&E op functieniveau.
Een RI&E is een wettelijke verplichting
Een RI&E is een wettelijke verplichting, te lezen in artikel 5 van de Arbowet.
Hierin staat dat de werkgever verplicht is de gevaren, risico’s welke gepaard gaan met het uitvoeren van arbeid, schriftelijk vast te leggen in een RI&E. Ook is de werkgever verplicht om risico beperkende maatregelen te beschrijven, ook voor bijzondere categorieën van werknemers. Als ik bijvoorbeeld medewerkers heb rondlopen van +/- 35 jaar en ik maak regelmatig gebruik van minderjarige stagiairs dan is dat iets wat ik ook in de RI&E moet beschrijven.
Het plan van aanpak maakt deel uit van de RI&E. Zoals ik eerder al aangaf: een RI&E is nooit af. De RI&E wordt zo vaak aangepast als nodig is. Een grijs gebied, want als het een kleine wijziging is hoeft dit niet altijd. Maar als het een substantiële wijziging is moet je dit wel altijd aanpassen.
Naleven van de wetgeving
De RI&E is een wettelijke verplichting sinds 1 januari 1994. Dit geldt voor alle werkgevers, met uitzondering van ZZP’ers.
Bij overheidsbedrijven (gemeentes, scholen etc.) heeft circa 80% een getoetste RI&E. Het gaat goed, zolang het goed gaat. Is er geen RI&E en vindt er een incident plaats, dan is de Inspectie SZW gemachtigd om boetes uit te delen.
Marius is de veiligheidsman die iedere 1e donderdag van de maand om 15.30 uur de veiligheidscommissie bij elkaar roept. Dan doen ze een uurtje aan veiligheid (toolbox) en hebben het dan weer gehad voor die maand. Voor de rest van de tijd is veiligheid en gezondheid weer exclusief een taak voor Marius. Alle zaken rond veilig en gezond werken worden dan op Marius afgeschoven. Het zogenoemde Mariuseffect.
In veel bedrijven waar ik kom merk ik dat Veiligheidskundigen, KAM-medewerkers, Arbo-coördinatoren, ed. nog wel eens te ver af staan van het primaire arbeidsproces. Voorkom het Mariuseffect.. Veiligheid moet bij iedereen tussen de oren zitten. Het is dus belangrijk hier navolging aan te geven. Zodat veiligheid bij elke medewerker op nummer 1 staat.
De uitwerking van een Functie RI&E
Het uitwerken van een Functie RI&E bestaat uit een aantal stappen.
Stap 1. Het opstellen van een functieprofiel
Formeel kan een functieprofiel er bijvoorbeeld als volgt uit zien. Voor velen van jullie (gemeenten, SW en landscapers) niet een onbekend profiel:
Werkzaamheden die je uitvoert:
Je verricht onderhoud aan groenvoorzieningen zoals bomen en het plantsoenmeubilair.
Je voert onderhoudswerkzaamheden uit van de sportvelden, dierparken en begraafplaatsen.
Je verricht werkzaamheden aan wegmeubilair en in de reiniging.
Je draagt zorg voor werkzaamheden voor evenementen.
Je ontvangt digitaal 'herstel meldingen' vanuit de inwoners, lost de meldingen op en handelt deze ook digitaal af.
Buitendienstmedewerker gemeente
Laten we zeggen dat dit om de buitendienstmedewerker van een gemeente gaat. In de praktijk blijken zijn of haar taken er meer als volgt uit te zien:
Klein onderhoud aan wegen
Plaatsen van wegafzettingen
Groenonderhoud, werken op hoogte
Bediening van machines
Ongediertebestrijding
Inzet op de milieustraat
Stap 2. Inventarisatie: wat zijn de gevaren en welke risico’s kunnen hierbij ontstaan
Voor alle werkzaamheden die hierboven genoemd zijn kun je een inventarisatie opmaken. Welke gevaren zijn er en wat zijn de risico’s. De inventarisatie kun je opmaken met behulp van het volgende:
Functieprofielen
Werkplekbezoek, observatierondes
Interviews met medewerkers, leidinggevenden
Incidentregistraties
Ongevallenanalyses
Arbocatalogi
Het functieprofiel om risico’s naar boven te krijgen
Het functieprofiel helpt al om veel risico’s naar boven te krijgen. Daarnaast kun je een werkplekbezoek afleggen waarbij je de specifieke werkplek van de medewerker langs gaat. Een observatieronde is op individueel niveau. Dus je gaat echt kijken of de medewerker zich aan de richtlijnen houdt, of PBM’s (goed) worden gebruikt, etc.
Interne interviews
Het is ook goed om interviews met medewerkers en leidinggevenden te houden. Juist hieruit blijkt vaak dat er verschillen zijn tussen de werkzaamheden, beoordelingen en wat er is afgesproken. Een leidinggevende heeft vaak een ander beeld dan hoe het echt in de praktijk gaat.
Incidentregistraties en ongevallenanalyse
Incidentregistraties geven inzicht in de gevaren en risico’s die in de praktijk kunnen ontstaan. Uit de inventarisatie blijkt niet altijd dat er risico’s zijn, terwijl een incidentregistratie direct laat zien dat er wel degelijk incidenten zijn geweest. En er dus een risico is. Een ongevallenanalyse is een soortgelijke bron.
Arbocatalogi hebben vaak al heel veel informatie omgezet die je goed kunt gebruiken voor het opstellen van een opleidingsplan. De gevaren en risico’s zijn hierin al goed uitgewerkt.
Wat gaan we beoordelen:
Stap 3. Het invullen van het risicomodel (Kinney & Wiruth)
De volgende stap is het invullen van het risicomodel. We hebben de taken vastgelegd, de gevaren die daarbij komen kijken en nu gaan we vaststellen wat de bijbehorende risico’s zijn.
Risico =
De waarschijnlijkheid dat het risico zich manifesteert
De blootstellingsduur
Het effect, ernst van het mogelijke letsel
Als voorbeeld is onderstaand model ingevuld. Het is maar een heel klein onderdeel van de risico beoordeling, maar het geeft je wel een beeld wat een risicomodel inhoudt. Rood is natuurlijk een groot risico.
Let wel: dit is maar een willekeurig voorbeeld. Het is altijd maatwerk. In samenwerking met de opdrachtgever gaan we kijken wat de werkzaamheden precies zijn, hoe lang mensen worden blootgesteld of hoe lang mensen aan risicovolle taken werken en wat het risico is.
Stap 4. Plan van Aanpak
Het plan van aanpak maak je altijd volgens de stappen zoals eerder besproken (bronmaatregel, etc.). Je kunt vervolgens gaan kijken of de bronmaatregel wordt gehanteerd of dat je het op een andere manier gaat oplossen. In het plan van aanpak staat altijd wat de taak is, wat het risico is, wat de maatregel is, wie verantwoordelijk is en wat de streefdatum is.
Het hoeft niet altijd een dik rapport te zijn. Het is voldoende om aan te geven wie, wat en wanneer.
Vanuit de RI&E heb je nu input voor je opleidingsplan
Heb je al deze onderdelen goed in beeld gebracht, dan kun je de RI&E gebruiken als input voor je opleidingsplan. Vanuit de RI&E heb je nu inzicht in:
Gevaren en risico’s
De risicoweging
De prioritering van de risico’s
Plan van Aanpak
Stap 5. Opleidingsbehoefte in kaart brengen
De uitkomsten van de RI&E vormen de basis om een passende opleidingsbehoefte te kunnen vaststellen wat vervolgens de input is voor een opleidingsmanagementsysteem. Je kunt hieruit halen welke opleidingsbehoefte voortvloeit uit de Functie RI&E, maar ook: welke wensen heeft een medewerker op individueel niveau.
Een medewerker kan bijvoorbeeld heel goed zijn in het verzamelen van gevaarlijke stoffen op een milieustraat. Maar kan dan wel weer moeite hebben met het aanspreken van of communiceren met burgers die langskomen. Een aanvullende individuele aanpak kan dan zijn om een communicatiecursus te volgen.
Stap 6. Wat zijn de opleidingseisen
De laatste stap is het bepalen van de opleidingseisen. Zijn er verplichte nascholingspunten, zijn er verplichte (her) certificeringen? Opleidingseisen kunnen als volgt zijn:
Code 95
VCA
Heftruckcertificaat
Hoogwerkercertificaat
Kettingzaagcertificaat
Gevaarlijke stoffen
Etc.
Het Plan van Aanpak als opleidingsplan in een opleidingsmanagementsysteem
Een opleidingsmanagementsysteem is het eenvoudig beheersen en bewaken van de opleidingsbehoefte en het centraal regelen van het planningsproces van alle opleidingen. Met een opleidingsmanagementsysteem kun je:
bewaken en beheren opleidingsbehoefte
aanvragen, goedkeuren, plannen en boeken van opleidingen
bewaking op tijdige herhaling van verplichte opleidingen
samenstellen opleidingsplannen
inzicht in behaalde opleidingen
zoeken van geschikte opleidingen per medewerker
bewaking behaalde opleidingscertificaten en opleidingspunten
AAB Training en Opleiding heeft hier de oplossing voor met het opleidingsmanagementsysteem ‘Wijzer’. Het bewaken, beheren, goedkeuren, herhalen, verplichtingen, etc. Alles zit in dit opleidingsmanagementsysteem.
Tot slot, de stappen nog even op een rij
Het doel is een goede functie RI&E op te zetten, zodat we vervolgens kunnen gaan beoordelen en prioriteren. De maatregelen die we gaan treffen zijn conform de Arbeidshygiënische strategie. Vervolgens komt daar een Plan van Aanpak uit. Vanuit het Plan van Aanpak kunnen we de opleidingsbehoefte en opleidingseisen bepalen. Het opleidingsmanagementsysteem wordt geïmplementeerd.
Het adviestraject van RI&E naar opleidingsplan met AAB Training en Opleiding
We hopen dat dit artikel je een heleboel nieuwe inzichten heeft gegeven of je inzichten heeft bevestigd. Wil je meer weten over een opleidingsplan dat is gebaseerd op een Functie RI&E? AAB Training en Opleiding helpt je graag met dit traject. Peter van Gelder komt bij jou in de organisatie de stappen uitvoeren zoals hierboven aangegeven. Met als resultaat: een duurzaam, efficiënt en werkbaar opleidingsplan. Het is altijd een traject dat afgestemd wordt met de opdrachtgever. Een plan waar jullie als organisatie de komende jaren op kunnen bouwen.
24 januari 2020 | De GAD heeft vier scheidingsstations in de regio Gooi en Vechtstreek. Hier wordt voornamelijk huishoudelijk afval ingezameld, zoals restafval, spaarlampen, matrassen, vloerbedekking, kringloopgoederen, maar ook asbest(houdend) materiaal.
Verbod op asbest(houdende)materialen
Sinds de jaren 70 is het gebruik van asbest drastisch afgenomen door de gezondheidsrisico’s die het met zich meebrengt. Door de jaren heen is het gebruik van asbest in Europa verboden. Wel kom je het nog steeds tegen! Circa 70% van alle huizen, gebouwd tussen 1945-1993 heeft asbest materialen.
"Asbest vind je terug op onverwachtse plekken, van keukenkastjes tot op begraafplaatsen"
Asbest kun je overal tegenkomen, ook in producten waar je het niet van verwacht. Zo vind je het terug in daken, plantenbakken, vensterbanken, isolatiematerialen, zeil, etc.
Wat mag je inleveren op een scheidingsstation
Bij de scheidingsstations van GAD mag je als burger tot een bepaalde hoeveelheid asbest inleveren. Op een station waar asbest wordt ingezameld moet minimaal 1 persoon aanwezig zijn met een Deskundig Asbest Acceptant certificaat. Omdat de medewerkers van GAD regelmatig wisselen van station en op verschillende dagen werken vinden ze het belangrijk dat elke medewerker goed is opgeleid. AAB staat klaar voor GAD om een aantal dagen incompany training te verzorgen.
"Jaarlijks 700-800 doden door asbest"
De meeste medewerkers zijn aan het werk als medewerker scheidingsstation. Wat betekent dat je het aanspreekpunt bent voor burgers en bewoners die huishoudelijk afval komen brengen. Je moet dus precies weten hoe het afval ingezameld dient te worden. Vooral als het gaat om gevaarlijke materialen, die schadelijk zijn voor de gezondheid, zoals asbest.
Hoe herken je asbest?
Asbest is een verzamelnaam voor een groep natuurlijk voorkomende mineralen met een vezelachtige structuur. Het is veel gebruikt als bindmiddel. Het heeft veel unieke eigenschappen, zo is het bijvoorbeeld bestand tegen zuren, sterk en flexibel, slijtvast en bestand tegen hoge temperaturen.
Als asbest wordt ingeleverd kun je het herkennen aan:
Datum van productie (komt het uit een huis, gebouwd tussen 1945 – 1993?)
Zitten er asbestbloemen op?
Heeft het zichtbare vezels?
Heeft het een NT of AT markering?
Met samples uit de asbestkoffer wordt de kennis van de deelnemers getoetst.
Eigen veiligheid eerst
Een paar ‘nare’ filmpjes laten zien wat er gebeurd als je asbest vezels inademt. Het is ontzettend belangrijk dat de gestelde veiligheidseisen worden nageleefd, want de gevolgen zijn niet te overzien.
Bij de GAD zijn er bepaalde aanlevervoorwaarden voor asbestmaterialen. Ook is het belangrijk dat elke medewerker over eigen persoonlijke beschermingsmiddelen beschikt. Goed passende handschoenen, neuskapjes en een overall. En wat doe jij met je kleren na een dag op het scheidingsstation?
"Een paar ‘nare’ filmpjes drukken je met de neus op de feiten"
Goed verzorgd bij GAD
Bij de GAD hebben ze de risico’s van het werken op een afvalscheidingsstation goed inzichtelijk. Medewerkers hebben genoeg veiligheidsmaterialen ter beschikking, bedrijfskleding is voorhanden en regels zijn opgesteld.
Met de cursus DAA is ook het bewustzijn bij de medewerkers op pijl gebracht. Risico’s worden op deze manier tot een minimum beperkt.
Zorg jij ook zo goed voor je medewerker? Ook zij willen elke dag gezond naar huis!
AAB helpt je graag om het veiligheidsbewustzijn te vergroten. We komen graag bij je langs om de mogelijkheden te bespreken.